Om maar in de stijl te blijven zoals Marco van Basten’s recentelijke afscheid van Ajax: ik ben er nog niet klaar voor, ik ben niet goed genoeg. Vorig jaar deed ik 8:07u over deze rit, vandaag moest ik genoegen nemen met 9:17u. En dan heb ik het over de netto tijd, het moment dat ik de start passeer. De bruto tijd (vanaf het startschot) was 9:22 en daardoor was ik 2 minuten te laat voor het gouden brevet. Dat is me nog nooit gebeurd, een zilveren brevet.
De koers begint om 7:15 vanochtend in een prachtig zonnetje en ik ben ruim op tijd bij de start en kan vooraan aansluiten. Kom ik er ineens achter dat ik mijn electronische tijdsregisratiebandje ben vergeten. Zo stom. Als ik weer terug ben na 2x4km kan ik achteraan aanluiten met ongeveer 1400 man voor m’n neus. Dat betekent dat ik de eerste 30km slingerend tussen honderderen anderen fietsers naar voren moet zien te rijden. Dat kost zoveel tijd. Na de eerste klim ontstaat er meer ruimte en kan ik beter tempo maken. Niet teveel in het rood rijden, rustig blijven, 205km is lang.
Het is mijn eerste echt serieuze rit met lange beklimmingen van dit jaar en daarom wil ik niet forceren. Normaal gesproken heb ik er tegen deze tijd al een Shimano Fiets Challenge, een Steven Rooks Classic en een Tilff-Bastogne-Tilff opzitten, dit jaar dus niet om bekende redenen. De schouder is nog niet helemaal comfortabel en daardoor zit ik niet echt ontspannen op de fiets, en dat kost energie.
Na 99km sta ik bovenop de Grand Ballon en ik doe het rustig aan bij de eerste ravitaillering. De afdalingen rij ik relaxed naar beneden, het vertrouwen wat opbouwen en wennen aan de nieuwe fiets die overigens prachtig rijdt en schakelt. Op zich gaat het klimmen wel goed, maar de gemiste voorbereidingen in de Ardennen spelen parten. La Look ging als vanzelf, vandaag moest ik echt ontzettend aan de bak. Ik mis de Umpfff..
Als je zolang aan het fietsen bent dan moet je je ergens mee bezig houden. De namen van de fietsverenigingen bijvoorbeeld. Honderden fietsshirts met inventiviteitsloze kleuren en, lettertypes en namen. De Bandenplakkers, De Ventielekes, De Keienrijders, De Klimgeiten, WTC Café Beppie en Toos, De Meet (Tilburg). Vandaag is het hoogtepunt echter bereikt. Er rijdt een afvaardiging mee van een Belgische club met lichtblauw/roze shirts met daarop zeer promint aanwezig de naam De Reetzweters. Met een heus logo: -) Maar dan 90 graden met klok mee gedraaid. Heel apart. Er zijn dus mensen die zich daar als lid aanmelden en zich Retezweter noemen.
Vanaf de top van de laatste Ballon, de Ballon d’Alsace, zijn er nog 40km te overbruggen tot aan de laatste klim. Dit is een lastig stuk. Gelukkig tref ik een goed groepje met daarin een kerel uit Tilburg van wielerclub De Meet die constant het kopwerk doet. Vorig jaar deed ik dat ook op dit stuk en toen het weer omhoog ging moest ik direct lossen. Hij nu ook. Tilburgse fout. Of Tilburgse ‘goeigheid’. We rijden zonder de Tilburger door naar Chamapagney en daar stop ik bij de laatste ravitailering en ga even zitten in het gras. M’n rechterbeen vertoont krampneigingen en dat wil ik op die laatste klim echt niet meemaken. Ik rek en strek wat, tank water en rij door.
De laatste 10km vals plat omhoog naar de klim lijken een eeuwigheid te duren. En als het dan zover is en ik rij de helling van 11% op, dan merk ik direct dat het echt op is. Ik maak er geen probleem meer van om zo nu en dan even te stoppen om bij te komen. Vooral na dat 20% stuk(je). Water over m’n hoofd gietend kom ik bij en dan stap ik toch maar weer op en rij ik in de warmte naar boven. Ik weet dat ik het goud kan gaan missen maar ik stop liever, een toptijd zit er toch niet meer in en het is belangrijker om te finishen. Iedereen zit kapot, er zijn er een aantal die lopend naar boven gaan met de fiets aan de hand maar dat wil ik echt niet. Laatste bocht, nog 500 meter, een eindsprint zit er niet meer in en zo rij ik, net te laat voor het goud, over de meet. In gedachten troost ik me dat mijn netto tijd wel goed genoeg is.
Het duurt even voor ik ben bijgekomen, en na wat gegeten te hebben vertrek ik naar Chèz Bruno, daar waar een douche op mij wacht. Moet ik nog wel even 25km voor fietsen, vals plat naar beneden deze keer. Totaal vandaag zo’n 235km gereden, en dat met flink wat hoogtemeters.
Toen ik gisteren laat aankwam bij Chèz Bruno was er nog maar één mini-kamertje vrij naast zijn restaurant met alleen een bed en een douche. Het huisje waar ik vorig jaar in zat was bezet. Vanavond is er wel plaats en ik ben verhuisd en lig nu op bed te typen. Net een Soprano (tv serie) gekeken. Als het goed is komen er nog huisgenoten bij vanavond, motorbikers. En de speaker van de organisatie van de koers, grappig. Ben benieuwd, kan best gezellig zijn. Al val ik om van de slaap.
Het plan om de dag na de Ardechoise in Morzine te starten heb ik ter discussie gesteld bij mezelf. Mijn benen zijn nu echt helemaal op en moeten rusten voor ze weer zo’n inspanning moeten doen. Ik denk dat ik Morzine laat schieten en dat de Vaujany de eerstvolgende cyclo gaat worden, de Ardechoise kan daar een goede training voor zijn. Ben wel tevreden over dat ik weer een Trois Ballons heb gereden. Het is echt een ontzettend zware rit welke ik nu toch twee keer op mijn naam heb staan. En die 8:07 van vorig jaar is gewoon Retezwetersgoed.
Meer verhalen vind je hier.
Leave a Reply